27 DECEMBER 2012: H. Johannes, apostel en evangelist

 

Eerste lezing uit de Eerste brief van Johannes 1, 1-4

Het bestond vanaf het begin - we hebben het gehoord en met eigen ogen gezien; we hebben het aanschouwd en onze handen hebben het aangeraakt – dáárover spreken wij: over het Woord dat leven is. Want het leven is verschenen; het eeuwige leven dat bij de Vader was heeft zich aan ons getoond: wij hebben het gezien, wij getuigen er van, wij maken het u bekend. Wat wij gezien en gehoord hebben delen wij u mee, opdat gij samen met ons deel moogt hebben aan de gemeenschap die ons is gegeven met God en met zijn Zoon Jezus Christus. En wij schrijven u om ons aller vreugde volkomen te maken.

 

Uit het Heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens  Johannes 20, 2-8

Op de eerste dag van de week liep Maria Magdalena snel naar Simon Petrus en naar de andere, de door Jezus beminde leerling en zei tot hen: "Zij hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd." Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Vooroverbukkend zag hij de zwachtels liggen maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde, kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen,maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats. Toen ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen naar binnen; hij zag en geloofde.

 

Overweging

Hij zag en geloofde. (Johannes 20,8)

Het bericht dat Maria Magdalena bracht over het lege graf was zo verwarrend dat Petrus en Johannes besloten de veilige bovenzaal te verlaten om op onderzoek uit te gaan. Johannes kwam als eerste bij het graf aan maar hij wachtte op Petrus die als eerste het graf binnenging. Bij het zien van het zorgvuldig opgerolde begrafeniskleed kwam Johannes tot geloof. Jezus was uit de dood opgestaan! Alle woorden die Hij daarover gezegd had toen Hij nog in leven was, ontwaakten op hetzelfde ogenblik in Johannes’ hart, en een nieuw geloof werd geboren. 

Verbazend, nietwaar? Zelfs Petrus, de aanvoerder van de apostelen, die nog op het water had gelopen en Jezus had beleden als de Heilige van God, geloofde niet – althans nog niet. Wat was er zo anders bij Johannes?

Als we even teruggaan naar Goede Vrijdag dan zien we dat Johannes, die ook de geliefde leerling wordt genoemd, de enige van de twaalf was die gedurende heel Jezus’ lijden bij het kruis bleef staan. Hij was daar en troostte Maria terwijl zij zag hoe de Zoon van God zijn leven aflegde. Johannes zag Jezus’ trouw, zijn absolute vertrouwen in zijn Vader, en zijn zelfopofferende liefde op een manier als geen ander dat deed. Het zien van zo’n dramatisch tafereel moet een diepe indruk in zijn hart hebben nagelaten.

Bedenk ook dat Jezus, toen Hij aan het kruis hing, Maria toevertrouwde aan de zorg van Johannes (Johannes 19,25-27). Jezus wist dat Johannes dezelfde grondhouding had als zijn moeder – een houding van biddend overwegen. We zien dat ook terug in de manier waarop Johannes zijn hoofd aan Jezus’ hart legde bij het laatste avondmaal. Terwijl Petrus de actieve doener was, was Johannes meer de denker en de bidder. Het lege graf was voor Johannes als het ontbrekende puzzelstukje waardoor alles wat hij in de voorafgaande dagen overwogen had op zijn plek viel.

Neem vandaag eens de H. Johannes als voorbeeld wanneer u gaat bidden. Richt uw ogen op de gekruisigde Christus, en overdenk zijn woord. Laat alle waarheden van deze gezegende kersttijd dieper wortel schieten in uw hart. Geloof alleen maar in Jezus. Vlei u aan zijn hart, en laat u door zijn liefde overspoelen.

Gebed

Heer, ik wil niet krampachtig naar U blijven zoeken.
Ik geloof dat U hier vlak bij mij bent.
Help me te rusten in Uw aanwezigheid zodat mijn geloof kan groeien.

 

Bron: het Woord onder ons,
uitgegeven door Stichting KCV, Helmond